Voor dat Geo Henderick aan de zaal werkte had de zaal de volgende kenmerken: de zaal was eerder eclectisch dit betekent dat er zowel neooclassicistische als neo-empire en neorenaissancistische motieven aanwezig waren. De voornaamste kenmerken van de vormgving waren: een vals fronton met zware kroonlijst op consoles, geblokte hoekpilasters, een centraal travee met toegangspoort en bossages op de gelijkvloerse verdieping een drieledig Venitiaans venster tussen platte pilasters onder een valse architraaf op de verdieping. Links en rechts van de toeganspoort waren publiciteitspanelen met neoklassieke vormgeving, op een geblokte onderbouw in 'kolossaalstijl' en aan beide zijden - in het centrale deel van de verdieping - bevonden zich twee cirkelvormige beeldnissen. Maar op 16 juni 1911 gaat de weduwe Schavlieghe Geo Henderick de opdracht geven om het hele gebouw aan te passen aan de eigentijdse stijl. Het ontwerp vormde een geniale weerspiegeling van de tijdsgeest. De voorgevel werd rijkelijk versierd met fresco's, hoog-reliëfs en bas-reliëfs met de voorstelling van dansende en musicerende vrouwen. Een metalen dakconstructie, bestaande uit gebogen en scharnierde spanten overdekte de zaak. De zesde spant werd meesterlijk verwerkt in de gevel en droeg bij tot de hele vormgeving van deze gevel. Wat het gebouw tot de meest unieke en omvangrijke Art Nouveau-verwezelijkingen te Gent doet uitstijgen en wat het tevens tot een hoogtepunt maakt in het werk van de talentvolle ontwerper, is de persoonlijkheid van de architectuur. Nergens in België bestaat er een Nieuwe Stijlgevel van die afmetingen die het 'Grand Palais Valentino' in zijn glorietijd zou benaderen.